Fotografie en maatschappij

Citaatrecht

20-2-2025

In mijn stuk over “hoe foto’s on beïnvloeden” gebruikte ik een foto van Martijn Beek waarop Siegrid Kaag op Tafel danst na de verkiezingsoverwinning van D66 in 2021. Een foto waarover destijds enige controverse ontstond over hoe die tot stand gekomen was. Het werd een campagnefoto en in-scene gezet genoemd. Om die reden gebruikte ik hem in mijn artikel, uit 2021. Aangezien ik in dit geval de foto beschreef en beoordeelde kon dit door het citaatrecht zonder auteursrechten te hoeven betalen (kom ik later nog op).
Zeer recent werd ik benaderd door Martijn Beekman die stelde dat het niet klopte wat ik stelde en dat deze foto wel degelijk spontaan was. Mijn antwoord dat fotografen zich niet altijd bewust zijn wat er achter de schermen bekokstoofd werd door spindoktoren. Daarnaast weten politici heel goed hoe krachtig een beeld is en zullen zich daarna gedragen als ze de kans krijgen. Denk daarbij ook maar even aan Trump met zijn vuist omhoog na de aanslag. De reactie van Martijn dat hij ervan overtuigd was dat dit moment echt spontaan was. Hoewel ik nog steeds vermoedens heb dat achter de schermen hierover gesproken was, zonder wetenschap van de fotograaf, en het ook recht had de foto te blijven gebruiken, heb ik toen besloten de foto te verwijderen en de tekst aan te passen. Er zijn veel meer en ook betere voorbeelden van hoe politici tonen zich bewust te zijn van de kracht van fotografie en zich daarnaar gedragen. En bij de foto die ik gebruikte kon je, gezien de reactie van de maker, daarover twijfelen dus was het geen goed voorbeeld.
Kort na dit gesprek werd ik echter benaderd door ANP legal services met een factuur voor het gebruik van de foto. Ik geef toe dat mij dit boos maakte, aangezien het overduidelijk om citaatrecht ging. Ik vroeg dan ook hen mij aan te geven waarom in hun ogen het citaatrecht niet van toepassing was. Ik kreeg hierop na een week nog geen reactie. Op aanraden van mijn juridisch adviseur stuurde ik een mail waarin ik duidelijk uiteenzette waarom dit volgens mij onder het citaatrecht viel en ze een ultimatum te stelde waarbinnen ze moesten reageren omdat ik anders alle kosten en tijd die ik ervoor gemaakt had en zou maken aan hun zou declareren. Hierop kwam snel reactie waarin ze mij gelijk gaven en de claim introkken. Wat vreemd, dat wel, want ze hadden ook wel direct kunnen zien dat hier het citaatrecht van toepassing was. Waarom dan toch proberen geld hiervoor te krijgen?

Maar wat is nu eigenlijk het citaatrecht. Met het citaatrecht wordt bedoeld artikel 15a van het auteursrecht hetgeen stelt:

Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd het citeren uit een werk in een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling of voor een uiting met een vergelijkbaar doel

https://wetten.overheid.nl/BWBR0001886/2025-02-04#:~:text=Artikel%2015a

Je mag dus, zoals in mijn geval, een foto gebruiken als het niet gaat over de subject-matter (het onderwerp) van de foto, maar als de foto zelf besproken wordt of als de foto gebruikt wordt om een stelling te onderbouwen. Had ik bijvoorbeeld een artikel geschreven over Siegrid Kaag na de 2021 overwinning, dan had ik zeker auteursrechten moeten betalen. Daarnaast zijn er nog een aantal voorwaarden, zoals het feit dat de maker genoemd moet worden en het feit dat, dat het onderdeel moet zijn van een groter geheel en dus de stelling moeten ondersteunen. Ook moet de foto niet op een onnodig groot formaat worden weergegeven en moet hij eerder op rechtmatige wijze gepubliceerd zijn geweest.

Het citaatrecht is soms vaag, want wanneer beschrijf je nu precies de foto en niet het onderwerp van de foto. Als ik een artikel schrijf dat Siegrid Kaag zo’n vrolijke dame is en ik gebruik deze foto om dat aan te tonen, is dan het citaatrecht (onderbouwing van een stelling) van toepassing of niet (want het gaat over Siegrid Kaag)? Soms moet de rechter daar uitspraak over doen en dat is meestal een kostbare zaak voor de verliezer, die meestal ook wordt veroordeeld voor de proceskosten en de kosten van de tegenpartij en dat kan in vele duizenden euro’s lopen. Het is dus verstandig goed te bedenken of het citaatrecht inderdaad van toepassing is wanneer je een foto, die je op internet of elders, vind gebruikt. Het kan je anders zomaar een claim opleveren van de maker van de foto. Twijfel je, dan kan je de foto beter niet gebruiken of de maker contacteren.

Hoe foto’s ons beïnvloeden

29-8-2021

Een foto is altijd een, 2-dimensionale, statische, representatie van de werkelijkheid. Een foto is niet echt, het legt een kortstondige uitsnede van het moment vast, waarbij de fotograaf bepaald wanneer dat is. Daarmee creëert hij een illusie van het subject-matter, het onderwerp, bij de kijker die het beeld interpreteert. Met de keuze van het moment en compositie van de foto verteld hij het verhaal dat hij wil vertellen. Een foto is daardoor niet zo zeer een registratie, maar een vertelling geworden. Het vertelt iets over een gebeurtenis, een persoon of object. “Een foto is evenveel waard als 1000 woorden” is een gevleugelde uitdrukking, je kunt iets beschrijven met veel woorden, maar je kunt het veel makkelijker tonen. Een beeld zal sneller doordringen dan het lezen van een uitgebreide tekst, waar je bij een tekst ook maar moet afwachten of de lezer zich hetzelfde voorstelt als was bedoeld.

Was een foto in de beginjaren van de fotografie vooral bedoeld als registratie, in de loop der jaren ontwikkelde beeldtaal zich. Er werd ontdekt dat een bepaalde belichting, compositie en camerastandpunt bepaalde gevoelens op kon wekken. Een van de grote pioniers op dat gebied, die een krachtige beeldtaal ontwikkelde, die helaas ook populair was bij de nazi’s, was Leni Riefenstahl. De lage standpunten, lichtval en dicht op het onderwerp komen gaven een idee van kracht en benadrukten de schoonheid van het lichaam (een techniek die ze later ook in Afrika gebruikte). Haar registratie van de Olympische spelen wordt nog altijd als een van de keerpunten in de cinematografie beschouwt. De beeldtaal was, voor die tijd, revolutionair.

Hoe krachtig een foto juist een negatief beeld kan scheppen is te zien in de foto van Alfred Krupp, gemaakt door Arnold Newman, waarbij hij een techniek gebruikte die het tegenovergestelde bereikte als die van Leni Riefenstahl. Toen Krupp, die joden gedurende de tweede oorlog als slaaf gebruikte in zijn fabrieken en met duidelijke nazi sympathieën,  er achter kwam dat Newman, een bekende fotograaf die hem zou fotograferen, joods was, weigerde hij in eerste instantie zijn foto te laten nemen. Newman wist hem echter te overtuigen zich toch te laten fotograferen. Newman nam wraak door hem te fotograferen als duivel voor de hel. Krupp was woest.

Hoe belangrijk beeldvorming is werd duidelijk in de Vietnam oorlog. Daar konden westerse fotografen redelijk vrij hun gang gaan om de gruwelijkheden van die oorlog vast te leggen. Het iconische beeld van Nick Ut van het napalmmeisje maakte diepe indruk op het publiek, dat toch al met diverse foto’s van gruwelijkheden van de oorlog was geconfronteerd en mede daardoor meer en meer in opstand kwam tegen deze oorlog.

De les die die militairen daaruit hebben geleerd is dat je de pers geen vrije hand moet geven in oorlogsgebied. In latere oorlogen van de VS zie je dan ook dat de pers redelijk gecontroleerd wordt, “embedded voor de eigen veiligheid” noemen ze dat, maar betekend dat de pers niet meer zomaar alles kan fotograferen en wordt weggehouden bij veel momenten. Ze zorgen ervoor dat de oorlog zo schoon mogelijk wordt gefotografeerd en vooral het slechte van de tegenstander in beeld komt.

Meer en meer zie je dat foto’s geregisseerd worden om er maar voor te zorgen dat het afgebeelde een bedoelde indruk achter laat, meestal positief. Waren bijvoorbeeld politici vroeger redelijk vrij te volgen, nu is er regelmatig een voorlichter die ervoor zorgt dat politicus op de juiste manier in beeld komt en worden politci hierop getraind door spindoctoren. De politicus is zich altijd bewust van camera’s. Bekend is het beeld van Trump die de premier van Montenegro simpelweg aan de kant duwt om ervoor te zorgen dat hij in gunstige positie voor de fotografen komt

https://www.youtube.com/watch?v=dkZgJFJP9NE

Of denk aan de serie foto’s van Poetin op vakantie met ontbloot bovenlijf. De kans dat Poetin daadwerkelijk zijn hele vakantie zo heeft rondgelopen is klein. Maar foto’s als deze geven het idee van de klassieke stoere alfa-man en dat weten Poeten en zijn spindoktoren heel goed.



De kracht van de foto geldt in eigenlijk alle gebieden, van product, tot portretten tot reportages. Denk bijvoorbeeld ook eens aan de vaak onsmakelijke, verkleurde foto’s van het eten in een snackbar en vergelijk die met die in een goed kookboek. Bedenk hoe vakantiefolders tonen hoe mensen zich het land graag voorstellen, van zonnige zandstranden tot zwaar luchten tussen de bergen in Schotland. Ook op stranden kan het regenen, ook in Schotland schijnt de zon regelmatig. Maar geen folder zal ooit een verregend strand laten zien.
Foto’s beïnvloeden de kijker en dwingen hem, onbewust, een onderwerp op een bepaalde manier te zien. Een webwinkel met slechte productfoto’s zal gegarandeerd minder verkopen dan die met verzorgde productfoto’s. Iemand die zich profileert met een simpele foto uit een telefoon, wordt al gauw minder serieus benadert dan diegene met een professioneel portret. Uiteraard ook afhankelijk van de doelgroep. Het is de taak van de fotograaf om, met zijn kennis van beeldtaal en soms in samenwerking met anderen zoals een stylist, de wens van de klant om te zetten naar een foto die de gewenste boodschap brengt, of het nu gaat om een reportage, object, portret, of iets anders.

Over fotografie

21-8-2021
In de jaren 70 van de vorige eeuw schreef Susan Sonntag haar beroemde essay over fotografie “on photography”, een messcherpe analyse van de reden waarom mensen foto’s nemen. Het essay heeft vele fotografen beïnvloed en een spiegel voorgehouden. Wat is de taak van de fotografie en ook de fotograaf? Een van de beroemdste analyses was “de fotograaf die zijn toestel gebruikt als reden ergens bij te horen, zonder er aan deel te hoeven nemen”. Maar daardoor ook “meester van de situatie”, hij bepaald wie en wat van waarde is om vast te leggen…het gaf een zekere macht.

Al in de tijd van Susan Sonntag werd de camera alom aanwezig geacht. Iedereen had een camera en iedereen fotografeerde. Het was de tijd van compact camera’s en snelle ontwikkel/afdruk centrales, eerst enkele dagen, later zelfs binnen één uur. Een camera was een reden om ergens heen te gaan, om met foto’s te bewijzen dat men er echt was geweest, dat men had geconsumeerd en “plezier heeft gehad”.

In deze tijd zijn camera’s nog meer aanwezig dan in de tijd van Susan Sonntag. Vrijwel iedereen heeft er minimaal eentje op zak en er wordt meer gefotografeerd dan ooit. Maar nog meer dan vroeger is een foto vooral meer een bevestiging van het moment zelf. Vroeger moesten foto’s na het maken nog een proces door van ontwikkelen en afdrukken, en eventueel inplakken in een album, waarbij alle foto’s nogmaals bekeken werden. Hierdoor waren ze tastbaar, soms liep je ze nog eens door om de ervaring weer op te roepen. Ze werden gekoesterd en bewaard, getoond bij gelegenheid om herinneringen op te halen. Bij dia’s moest de kamer donker worden gemaakt en een scherm en projector opgesteld, het werd een gebeurtenis op zich.
 Tegenwoordig is een foto veel vluchtiger. Ze verdwijnen tussen de duizendenen andere foto’s in mappen op de computer en worden daarna vrijwel nooit meer bekeken. Waar mensen vroeger met misschien drie-vier foto rolletjes terug kwamen van vakantie, nu komen ze terug met honderden foto’s op een kleine geheugenchip. Er is geen beperking meer in de keuze wat we willen fotograferen, een telefoon kan duizenden foto’s bevatten, waar een fotorolletje er maximaal zesendertig aan kon en er extra kosten waren voor ontwikkelen en afdrukken. Men fotografeert, en filmt, tegenwoordig dus het minste of geringste, van het avondeten tot dat lieve hondje. Niet één keer maar een keer of vier-vijf. Daarmee is het maken van de foto een wezenlijk onderdeel van de beleving geworden, met het maken van foto’s erkennen we het belang van de ervaring.

De overvloed zorgt ervoor dat we geen wijs meer kunnen uit al die beelden en ze dus maar niet meer bekijken. Was het doorlopen van een selectie van dertig-veertig foto’s in fotoalbum van de vakantie nog te doen, niemand wil honderden foto’s bekijken. Teveel herinnering overweldigt, dat moment met dat leuke hondje was een ervaring op het moment zelf, de waarde ervan in het geheel is echter zeer gering maar de foto’s ervan verbergen wel de foto’s in de verzameling die wel een wezenlijke registratie zijn van de ervaring.

Foto’s zijn zo vluchtig dat, na het delen met familie, vrienden of op sociale media, ze soms meteen weer worden verwijderd. Ze zijn alleen bedoeld om anderen te tonen dat iets “leuk” was, dat men een ervaring had, niet iets voor de toekomst. Anderen worden verwijderd omdat het geheugen van de telefoon toch vol raakt. Men verwijderd dan een reeks oude foto’s zonder er echt naar te kijken of ze mogelijk toch van belang waren. Tenslotte gaat het om honderden tot duizenden foto’s, de waarde van iedere foto nagaan is teveel moeite. De taak van de foto is dus feitelijk niet veranderd, alleen de gebruiksduur. Een foto’s wordt niet meer gemaakt als herinnering, maar eerder als bevestiging van het belang van het moment zelf. Het moment dat fotowaardig wordt beschouwt wordt daarmee belangrijker dan andere momenten. De foto zelf doet er eigenlijk niet meer toe.

Kinderen op de foto

12-08-2021
Eén van de leukste klussen die ik heb is het maken van sfeerfoto’s op basisscholen. Altijd weer ontzettend leuk om te doen en levert altijd mooie, sprekende plaatjes op van kinderen die hard en met veel plezier aan het werk of spelen zijn. De scholen gebruiken deze foto’s voor schoolgidsen, kalenders, website en andere media-uitingen van de scholen. Scholen, ouders én kinderen (vooral als ze geselecteerd worden voor de schoolkalender) zijn altijd weer blij met de foto’s die ik maak.

Met enige regelmaat duikt wel weer de discussie op over het gebruik van de foto’s van kinderen, waarbij de emoties soms hoog oplopen. Zeker bij tegenstanders, die vooral met emotionele “wat als” argumenten komen. Aan de andere kant zijn er veel ouders die het juist wel leuk vinden foto’s te zien van kinderen in hun schooltijd, die zich meestal minder emotioneel uiten.

Inmiddels hebben de meeste scholen daarom een procedure opgezet waarbij ouders vooraf aangeven of een kind wel of niet op de foto mag, voor diverse situaties (bijvoorbeeld wel in de schoolgids, niet op sociale media). Daarnaast zal de school altijd per keer toestemming vragen van de ouders of een foto gebruikt mag worden in een bepaalde media. Ouders komen dus nooit voor een verrassing te staan. In het begin van de AVG waren er nog wel eens extremen, zoals een school waarbij de op de klassenfoto alle kinderen behalve het eigen kind onherkenbaar waren gemaakt, maar inmiddels is het gebruik van foto’s meestal in goed overleg met de ouders geregeld.

Als ik op een school kom zijn er diverse methodes om aan te geven wie wel en niet op de foto mag. Soms worden de kinderen gewoon aangewezen, soms hebben ze iets op het bureau staan, soms zitten ze even apart en weer anderen hebben een bandje om of ander merkteken. Op een schoolplein waar kinderen aan het spelen zijn is het echter moeilijk om de kinderen uit elkaar te houden, dus is er te allen tijde een controle van de foto’s na de oplevering. Mocht een kind toch op de foto staan, dan wordt deze foto uiteraard direct verwijderd, zo nodig ook uit mijn bestanden. Overigens: Mijn opslag en back-ups zijn alleen bij het bewerken en maken van de back-up verbonden met de computer, dus er is vrijwel geen kans dat hackers zich toegang verschaffen tot foto’s van kinderen.

Het aantal kinderen in de klas dat niet op de foto mag is in de praktijk, in tegenstelling tot wat sommige ouders zeggen, heel beperkt. Hoewel er klassen zijn waar 8-10 van 28 niet op de foto mogen, zijn er ook klassen waar iedereen op de foto mag.  Het gemiddelde is 1 op de 7 à 8. Een enkele maal maakt men wel bezwaar tegen plaatsing van foto’s op sociale media, maar niet tegen andere media.

Soms zijn er echt specifieke redenen waarom een kind niet op de foto mag. Dat kan met een thuissituatie te maken hebben, waarbij het kind absoluut niet gevonden mag worden door bepaalde personen, of kinderen van politici. Maar over het algemeen zijn de argumenten van de ouders of vaag: “ik wil het gewoon niet” zonder dat ze een reden kunnen geven of “je weet niet wat er met een foto gebeurt”. Dat laatste argument houdt in zoverre steek dat inderdaad veel sociale media aangeven dat ze foto’s mogen gebruiken voor advertenties (en dat recht mogen doorgeven aan derden), in de praktijk betekent het vooral dat ze een foto (meestal de profielfoto) kunnen gebruiken om bij jouw contacten aan te geven dat jij een bepaald product geliked hebt. De kans dat een foto op een groot billboard verschijnt ergens in de wereld of bij vreemden terecht komt is zo goed als 0, zeker als je de foto als “private” instelt, waarbij alleen jouw “vrienden” op het medium bij de foto kunnen. Als fotograaf plaats ik ook meestal een copyright logo in beeld. Dit maakt gebruik aanzienlijk moeilijker. En foto’s van kinderen gebruik ik uiteraard nooit zonder toestemming van de ouders.
Tot slot zijn bezwaren gericht op mogelijke pedofielen die de website van scholen zouden afstruinen op zoek naar “leuke” kinderen. Kijkend naar de statistieken is dat argument in mijn ogen vreemd, aangezien misbruik van basisschoolkinderen eigenlijk altijd is toe te wijden aan bekenden of de directe omgeving. De kinderjager, waar deze mensen bang voor zijn, die websites van scholen afstruint en kinderen ontvoert bestaat simpelweg niet. Toch is het een argument dat keer en keer weer opkomt en mensen laten zich niet overtuigen door de statistieken.

Het niet mogen fotograferen van kinderen in een klas lijdt soms tot onbegrip bij de kinderen zelf, die soms van niets weten en zelf graag op de foto willen. Op een enkeling na vinden de kinderen het meestal “stom” van hun ouders want ze willen zelf oh zo graag kans maken om op de kalender te komen. Maar ik heb ook kinderen woedend de klas uit zien stormen omdat ze niet gefotografeerd mogen worden waarna de sfeer zodanig verstoord is dat ik eigenlijk ook geen goede resultaten kan maken. Als je bezwaar wilt maken tegen het fotograferen van je kind is het beter om dat achteraf te doen, als de school vraagt of ze een foto mogen gebruiken. Of het in ieder geval goed met je eigen kind te bespreken.  Ik heb echter ook al meegemaakt dat ouders die in principe geen toestemming voor foto’s hadden gegeven en waarbij het kind per ongeluk toch op de foto is gegaan alsnog toestemming gaven voor gebruik voor de schoolkalender omdat het toch zo’n leuke foto was.

Het bijhouden van welk kind wel en niet op de foto mag is vaak een flinke klus voor scholen die lijsten bijhouden voor welk kind wel gebruik wel en niet is toegestaan en ze toch steeds vragen of een foto uiteindelijk wel of niet gebruikt mag worden. Veel praktischer zou het zijn dat er, afgezien van zwaarwegende argumenten waarbij de veiligheid van het kind in gevaar is, er altijd gefotografeerd kan worden en de school voor elk gebruik specifiek toestemming vraagt. Dit zou de school bijvoorbeeld in het schoolreglement kunnen opnemen. Dit zou veel makkelijker zijn voor alle partijen.

Ouders die lobbyen voor het niet fotograferen op scholen moeten beseffen dat ze hiermee de wens van ouders die daar geen bezwaar tegen hebben negeren. Het is, zoals hierboven beschreven, goed te doen om de wens van alle partijen te respecteren. De sfeerbeelden die ik maak geven een beeld van hoe het de kinderen vergaat op de eigen school, waarmee je ook een indruk hebt waar het kind zich een groot deel van de dag bevind.